Porcini-walnoten-spinazierisotto.
Niet moeilijk maar je moet er wel steeds bij blijven.
Gooi een flinke hand gedroogde Porcini in een schaaltje (250ml) water dat net van de kook af is. Week 10 minuten.
Kook een liter paddestoelenbouillon (twee blokjes). 
Giet het vocht van de porcini bij de bouillon en laat staan (hoeft niet meer op het vuur).
Snipper 2 uitjes en fruit deze in een grote soeppan (geen koekepan) met twee of drie teentjes geperste knoflook zachtjes in een paar eetlepels boter (geen margarine) of eventueel olijfolie.
Snijd een half bakje kastanjechampignons in kleine stukjes en bak deze een paar minuten mee.
Hak een flinke hand walnoten grof en voeg deze ook toe. Voeg ook de gewelde porcini toe. Bak alles nog even.
Voeg nu iets van 200 gram risottorijst toe en bak nog een paar minuten (steeds roeren). Als het te droog wordt voeg je nog wat boter toe.
Zet het vuur nu middelhoog en giet er een flink glas droge witte wijn bij. Roer totdat de wijn is opgenomen.
Schep nu een lepel bouillon-porcininat bij de risotto en laat het inkoken terwijl je steeds roert. Herhaal dit steeds totdat de risotto een goede bite heeft (niet te gaar, niet te hard). Dit duurt ongeveer 18 minuten vanaf dat je de eerste bouillon hebt toegevoegd. Als het goed is gebruik je (bijna) alle bouillon. Heb je te weinig, maak dan gauw nog wat meer bouillon.
Na de laatste lepel vocht voeg je 250 gram gewassen en uitgelekte spinazie toe. Zet het vuur nu laag en laat de spinaziebladen zacht worden. Zet het vuur uit voordat de spinazie al te veel verlept. 
Breng op smaak met peper en gemalen Parmezaanse of Goudse kaas. Zout heb je denkelijk niet nodig, de bouillon is al zout genoeg. 
Strooi er op het bord nog een beetje gehakte krulpeterselie over.